Stofmonsternames komen zeer veelvuldig voor. In de basis wordt het stof bemonsterd en opgevangen op een filter, waarna de concentratie wordt bepaald. In het veld worden diverse meetkoppen gebruikt. Deze meetkoppen zijn bepalend voor de bemonsterde fractie. Voor arbeidsplaatsmetingen zijn deze fracties zijn gedefinieerd in de EN 481. In de markt is een grote diversiteit aan meetkoppen verkrijgbaar. Deze benaderen allen in meer of mindere mate de afscheidingscurves als gedefinieerd in de EN 481. Zij zijn dus zeker niet identiek aan deze curves. Om deze reden is het belangrijk niet zonder meer te wisselen in methode of meetkop. Wil men de historische data kunnen blijven gebruiken, is het zaak de correlatie vast te leggen tussen de “oude” en de “nieuwe” methode. Welke meetkop het meest geschikt is, is onder meer afhankelijk van historie, gewenste monsternamevolume voor analyses en praktische mogelijkheden. Wij adviseren u hier graag over.